Klimaatveranderingen
Ongewone weersverschijnselen doen al snel de vraag opkomen, of het klimaat van onze aarde in de laatste jaren beslissend veranderd is.
Nadat in de jaren ‘60 de Atlantische Oceaan afgekoeld was en in het Noordpoolgebied de temperaturen gedaald waren, kondigden enkele wetenschappers het begin van een nieuwe kleine ijstijd aan.
Maar alleen deze observaties vormden niet genoeg bewijs voor de algemene afkoeling van de aarde.
Tegenwoordig houdt men zich bezig met de vraag, of er in de komende decennia een algemene opwarming van de aarde te verwachten is.
Dit zou kunnen gebeuren door menselijk ingrijpen, doordat er steeds meer broeikasgassen als cfk’s, methaan en kooldioxide in de atmosfeer komen (broeikaseffect).
Maar ook natuurlijke gebeurtenissen, zoals een veranderde positie van zeestromingen of een verandering in het smelten van de ijskappen van Groenland, zouden, naar men aanneemt, door de ermee verbonden veranderde luchtcirculatie, invloed hebben op het klimaat.
Alles bij elkaar is er overigens maar een zeer kleine stijging van de temperatuur waar te nemen.
Klimaatonderzoekers moeten aan de hand van wereldwijde klimaatgegevens van de laatste decennia naar bewijzen zoeken voor een algehele temperatuursverandering op aarde.
Daartoe horen ook de registratie van bijzondere gebeurtenissen zoals droogten, koele en regenachtige zomers of milde wintertemperaturen.
Deze evaluatie en het vooraf berekenen van klimatologische veranderingen in de komende jaren met hun uitwerking, zijn belangrijke punten voor het toekomstige klimaatonderzoek.