Vliegende sauriërs
De pterosauriërs, de vliegende reptielen, waren de gieren van de oertijd. Ze ontwikkelden zich in het late Trias en hadden hun bloeitijd in de Jura en het vroege Krijt.
Tot hen behoorden de grootste vliegende wezens, die ooit geleefd hebben. Fossiele vondsten werden over de hele wereld gedaan.
Men onderscheidt twee onderorden: Rhamphorhynchoidea und Pterodactyloidea.
De Rhamphorhynchoidea waren de oudste vliegende sauriërs. Ze hadden een relatief grote kop, waarvan het gewicht echter door schedelholtes werd verminderd. Hun staart was tamelijk lang en bestond uit verbeende pezen, zodat hij stijf was. De vlieghuid spande zich uit van de hals en de beenderen van de voorpoten tot de aanhechting aan het dijbeen. Tot deze familie behoorden o.a. de Eudimorphodon en de Rhamphorhynchus.
De familie van de Pterodactyloidea had een soortgelijke lichaamsbouw als de Rhamphorhynchoidea. Zij hadden meestal een kortere staart en konden niet allemaal vliegen. Het belangrijkste voorbeeld van deze groep was degrootste bekende vliegende sauriër, de Pteranodon.