Hondenbeten voorkomen
Honden kunnen vanuit zeer verschillende motivaties bijten. Dat doen ze echter vrijwel altijd alleen als ze zich angstig, gefrustreerd of bedreigd in hun levensbronnen voelen. Vaak is ons gedrag de aanleiding tot de daadwerkelijke beet. Meer begrip van innerlijke drijfveren en de lichaamstaal van honden kunnen vele hondenbeten voorkomen.
Ieder jaar worden honderden mensen en kinderen door een hond gebeten. Heel vaak door hun eigen hond. Wanneer uw hond u gebeten heeft, is het heel belangrijk om te begrijpen waarom hij u gebeten heeft. Doordat u zijn actie begrijpt, kunt u er beter mee omgaan. En dat helpt om het vertrouwen terug te krijgen en de relatie te herstellen.
Vermoedelijk is er weinig zo ingrijpend als juist door je eigen hond te worden gebeten. Je voelt je boos, bang en verraden tegelijk. `Hoe kan hij bijten als ik altijd zo aardig voor hem ben’, vraagt men zich vertwijfeld af. En `Wat nu?’ volgt dan als vanzelf. Honden bijten nooit zomaar voor de lol, ze hebben daar hun redenen voor. Soms bijten honden omdat ze op hun strepen staan, bijvoorbeeld wanneer ze iets hebben veroverd wat ze niet willen afgeven. Maar de meeste honden vluchten liever weg uit een bedreigende situatie dan dat ze bijten. In de meeste gevallen zoekt een hond een ander plekje als hij zich onveilig voelt. Of hij gaat helemaal weg van de plaats des onheils. Buiten houdt dit in dat hij bijvoorbeeld het park met die enge grote hond erin verlaat en terugkeert naar huis, in huis zoekt hij een andere kamer uit. Of hij kruipt onder of achter een stoel.
Wanneer een hond bijt, was hij vermoedelijk niet in staat om te vluchten. Misschien zat hij in een hoek en zag geen kans om weg te komen. Veel honden die bijten liggen op hun plaats, in een mand of op een hondenkussen. Zo’n eigen plaats is meestal op een plek tegen de muur, een beetje beschut tussen andere meubels. Vanuit zo’n situatie kun je niet makkelijk wegkomen als er iemand voor je staat. Wanneer een hond zich dan bedreigd voelt kan hij een paar dingen doen:
* Hij kan verstarren. Dat houdt in dat hij min of meer tot een standbeeld verstijft.
Zijn lichaamshouding kan daarbij hoog zijn (oren naar voren, staart omhoog en stil) en deze houding duidt – zeker wanneer de hond zijn `belager’ ook nog strak aankijkt- op een zelfbewuste hond die bij verdere provocatie zal bijten.
De hond kan ook in een lage houding verstarren, het hoofd is dan weggedraaid van het gevaar, de oren staan naar achteren en de staart hangt stijf naar beneden, soms zelfs geklemd tussen de achterpoten. Hoewel deze hond zich helemaal niet zeker voelt, betekent dit niet dat hij niet zou kunnen bijten. Neemt de in zijn ogen bedreigende situatie toe, dan moet hij wel bijten. Meer keuzes heeft hij niet. Een dergelijke lichaamshouding vraagt dus een heel eigen, voorzichtige aanpak.
* Hij kan dreigen. Wanneer daarmee het gevaar stopt, stopt ook het dreiggedrag van de hond.
De overtuiging waarmee gedreigd wordt, hangt niet alleen af van het karakter en de sociale status binnen het gezin van de hond, maar ook van zijn ervaring. Was in eerdere situaties het dreigend optrekken van de lippen effectief genoeg om de dreigende persoon op afstand te houden, dan zal een hond met die ervaring met meer overtuiging dreigen. En meestal nog sneller succes hebben.
* Hij kan bijten. Dit gedrag is iets wat de ene hond sneller zal `kiezen’ dan de andere. Een hond die al eerder heeft gebeten en succes had doordat de gebeten mens zich terugtrok, heeft geleerd dat dit gedrag hem succes gaf. Het gevaar verdween, hij was weer veilig. En ook hier heeft de snelheid en zekerheid van de aanval alles te maken met temperament en sociale status binnen het gezin.
Mensen die gebeten zijn of getuige waren van een hondenbeet verklaren vaak met stellige overtuiging dat de hond `zomaar’ beet. Toch is dat vrijwel nooit waar. Wanneer een hond bang en/of gespannen is, kan men dat zien aan zijn lichaamstaal. Is hij verstard, dan zal hij niet bijten als de dreiging niet aanhoudt of niet verergert. Maar hij zal wel bijten als de dreiging toeneemt. Een hond die het puntje van zijn tong in een snelle beweging uitsteekt, is heel behoorlijk gestresst, en zeker in combinatie met strak aankijken kan dat tongetje de aanzet tot een beet inluiden. Honden gebruiken kalmerende handelingen die zowel henzelf als hun soortgenoten kalmeren, zoals gapen en uitschudden, uitrekken en wegkijken. Ook deze signalen duiden dus op een mate van stress bij de hond. Door deze signalen waar te nemen en op de juiste waarde te schatten, kan men stress en opbouwende spanning bij een hond herkennen en zo eventuele beten voorkomen door de stressvolle situatie te verminderen of door de hond eruit weg te halen.