uw hond snel leren
Honden zullen gedrag dat niets prettigs opbrengt of juist iets vervelends veroorzaakt minder gaan vertonen of helemaal nalaten, terwijl gedrag dat voordeel geeft, wordt herhaald. Eigenlijk is dat hun hele motivatie om iets te doen of te laten.
Nu vinden wij het leuk om honden dingen aan te leren die voor de hond zelf eigenlijk weinig nuttig zijn. Wat heeft hij eraan om netjes te volgen? Of te gaan zitten als u dat vraagt? En wat heeft hij eraan om zo snel mogelijk in een kaarsrechte lijn naar een bepaalde plaats te lopen, daar oefeningetjes te doen als ‘Zit’ en ‘Af’, vervolgens weer snel terug te rennen, ondertussen een voorwerp op te pakken en dan ook nog over een schutting te springen om uiteindelijk met het voorwerp in zijn mond recht voor zijn baas te gaan zitten? Weet hij veel dat hij daar hoge punten mee kan scoren. Of een medaille kan verdienen. Dat zegt hem toch helemaal niets? Dus zullen wij moeten zorgen dat hij wel voordeel heeft van dat gedrag door er een beloning aan te koppelen.
Het van oorsprong Engelse woord `shaping’ is vrij recent geïntroduceerd bij het trainen van honden. `Shaping’ staat voor een proces waarbij we gedrag dat de hond min of meer per ongeluk vertoont, geduldig vormen naar gedrag dat we uiteindelijk willen zien en dat gebeurt echt stapje voor stapje. Hoewel de hond zomaar ineens een enorme stap vooruit kan maken, iets waar u altijd op bedacht moet zijn omdat u daar onmiddellijk op moet reageren. Bij shaping maakt men gebruik van een positieve bekrachtiger om het gedrag dat men van de hond wil zien als het ware te isoleren, uit de rest van zijn gedrag te lichten, zodat het dier een heel duidelijke aanwijzing krijgt: `Goed zo, dát gedrag bedoel ik, je hebt (straks) een beloning verdiend.’
Shapen, het proces waarbij u uitgaat van kleine stapjes vooruit naar het uiteindelijk gestelde doel, noemt men met een mooi woord ook successieve approximatie wat zoveel betekent als geleidelijke benadering, een term die u wat mij betreft meteen kunt vergeten.
Het is belangrijk om vooraf vast te stellen welk gedrag u uiteindelijk bij uw hond wilt bereiken. Vervolgens neemt u genoegen met een heel flauwe uitvoering van dat gewenste gedrag. En pas wanneer u zeker weet dat uw hond het gevraagde gedrag laat zien, plakt u er een woord aan vast. U gaat het gedrag perfectioneren door de `Click’ uit te stellen en het pas weer te geven als de hond de oefening iets beter uitvoert. Misschien wilt u dat hij het sneller doet, of duidelijker. Of gewoon fraaier. Maar houd wel in de gaten dat u niet te snel gaat. U moet zo omzichtig te werk gaan dat uw hond steeds in staat is zijn beloning te halen. Duurt dat namelijk te lang, dan raakt de hond in verwarring en wordt gefrustreerd. Daardoor leert hij minder goed. Wat weer niet betekent dat u niet langzaam uw norm moet verhogen. Want als u dat niet doet, blijft uw hond hangen op een bepaald niveau en groeit hij niet door naar een mooiere en/of snellere uitvoering van het gedrag. Uw hond gaat zich dan vervelen, maar bovendien bereikt u daardoor nooit het doel dat u voor ogen had. Bij shaping raakt u in principe de hond niet aan, u stuurt het gedrag geleidelijk door middel van de geconditioneerde bekrachtiger. Maar u kunt er ook voor kiezen het gedrag van de hond te sturen door hem eerst in de juiste houding te brengen en dat gedrag dan te belonen met iets lekkers. U kunt het gedrag van de hond ook sturen door van bepaalde obstakels gebruik te maken zodat hij eigenlijk haast niet anders kan dan het gewenste gedrag te laten zien. Later haalt u die obstakels weer weg. Het zijn gewoon hulpmiddelen, waar u echter zo snel mogelijk weer vanaf moet zien te komen, om te voorkomen dat de hond het gewenste gedrag alleen maar zal vertonen in combinatie met die hulpmiddelen omdat ze ook een signaalfunctie tot dat gedrag hebben gekregen. Het is dus heel belangrijk vooraf te bedenken hoe u die hulpmiddelen kunt verminderen. Een voorbeeld van dat sturen van het gedrag is bijvoorbeeld het omrollen. Om te kunnen omrollen moet een hond altijd iets op zijn zij liggen, dus half naast en half op een achterbeen. Men kan wachten totdat hij dat doet, maar men kan hem ook rustig en aanmoedigend pratend met de handen in de juiste houding brengen. En dat gedrag dan meteen belonen met iets lekkers of een knuffel. Mooier is het om die houding aan te geven met `Click’ en daarna te belonen. De hond begrijpt dan heel precies wat u van hem wilt. Uw lekkers of knuffel komt immers pas na het gewenste gedrag, terwijl uw `Click’ precies komt op het moment dat de hond het gewenste gedrag vertoont. Een combinatie van sturen en shapen gaat haast altijd het snelst. Zaak is goed op te letten dat uw aanraking de hond niet beangstigt en daardoor het leerproces frustreert: om die reden dient u het gedrag van angstige of angstig-agressieve honden altijd zonder aanraking te shapen. Heeft uw hond de `Click’ goed onder de knie dan zult u zien dat hij, ondanks wat gedruktheid, volledig ontspant zo gauw hij het goed doet en dus `Click’ krijgt.
U kunt als u dat wilt bij het modelleren van het gedrag het gedrag al meteen een naam geven. Dus wanneer u uw hond bijvoorbeeld heel rustig met de hand op zijn achterhand tot zit brengt, kunt u al ‘Zit’ zeggen als hij de juiste beweging maakt. Het is een keuze die u maakt, afhankelijk van de situatie. Dat geldt eigenlijk voor alles, het is heel belangrijk zuiver af te wegen wat op dat moment het meest geschikt is voor die hond en die situatie.
Let op: het is heel belangrijk dat u uw hond de verschillende criteria van een oefening een voor een leert en ze dan pas samenvoegt. Doet u dat niet, dan weet de hond niet wat u nu precies beloont en stopt het leerproces. Voorbeeld: u wilt dat uw hond snel gaat zitten als hij naar u toekomt en netjes recht voor u gaat zitten en dan ook nog dichtbij, met zijn hoofd omhoog, zodat hij u aankijkt. Dat oefent u allemaal apart, één voor één! Dus eerst leert u hem snel te gaan zitten door de zitbeweging naar een snellere uitvoering te shapen. Vervolgens leert u de hond recht voor u te gaan zitten, door hem te shapen naar de juiste plek. Vervolgens leert u hem heel dicht bij u te gaan zitten en u aan te kijken door uw handen omhoog te brengen. Beheerst de hond al die oefeningen apart, pas dan brengt u ze samen naar een oefening. U kunt dat het beste vergelijken met het leren van het tennisspel. Een goede trainer leert u eerst om in een bepaalde richting te slaan, zodat u slagvast wordt. Vervolgens leert hij u om hard te slaan, waarbij het niet meer belangrijk is waar de bal terechtkomt. Beheerst u beide onderdelen, dan worden ze samengebracht en leert u hard en zuiver te slaan. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze manier van aanleren het snelste en beste resultaat geeft.
Wanneer bepaald gedrag moet worden aangeleerd is het nodig om iedere gevraagde uitvoering te belonen. Maar wanneer een hond een bepaald gedrag eenmaal beheerst, is het beter om de beloning minder voorspelbaar te maken. Dat houdt de hond alert en zorgt voor een snelle en mooie uitvoering van het gevraagde gedrag. Een manier is om over te gaan op een beloning die pas na een vast aantal keren van het tonen van het gewenste gedrag wordt gegeven. Bijvoorbeeld iedere derde keer. Of iedere zesde keer. Hoewel dit een constante kwaliteit van de oefeningen laat zien, zit er een addertje onder het gras. De hond kan in de gaten krijgen op welk moment een oefening hem iets opbrengt en welke oefeningen hij ‘gratis’ moet vertonen. Hij kan in zo’n geval bij bijvoorbeeld een schema van iedere zesde keer een beloning de eerste drie keer een oefening ongeïnteresseerd en daardoor slordiger of langzamer uitvoeren, om het steeds mooier te doen naarmate de beloning dichterbij komt.
Dat kan men weer voorkomen door de beloning écht onvoorspelbaar te maken. De hond wordt dan beloond rond een bepaald gesteld criterium, maar hij weet niet precies wanneer dat zal zijn en wat het zal zijn. U heeft bijvoorbeeld bedacht dat u de hond voortaan ongeveer om de vijf keer gaat belonen, maar het kan ook zijn dat de derde keer al genoeg is. Maar ook dat de achtste keer pas een beloning opbrengt. U kunt de ene keer een stukje droogvoer geven, maar een andere keer een bijzonder heerlijk hapje. Hij weet gewoon nooit wat er komt en wanneer het komt, maar hij weet wel zeker dat er op een bepaald moment iets komt. Duurt het echter te lang voordat er een beloning komt, dan ebt het gedrag weg. De verbinding tussen het gedrag en de beloning vervaagt en de hond stopt het gedrag. Gokmachines zijn op dit principe ingesteld. Doordat de gokker niet weet wanneer er iets komt en hoeveel er komt, is hij bereid veel en lang te ‘werken’. De speler weet immers dat hij uiteindelijk succes zal hebben, als hij maar lang genoeg volhoudt. Rinkelende belletjes en kleine beloningen onderweg naar het grote geld houden de gokker vol goede moed aan zijn spelautomaat geklonken. Zou hij tussentijds niets krijgen en het te lang duren voordat de megaprijs valt, dan stopt hij uiteindelijk met het spel. Het geruk aan de hendel lijkt dan doelloos geworden omdat hij niet langer verwacht er nog iets mee te winnen. Het spreekt vanzelf dat gokmachines zo zijn ingesteld dat dit niet zal gebeuren. Tussentijdse beloningen zullen blijven komen, en de speler zal het spel leuk genoeg blijven vinden.