Aquifers (onderaardse meren)
Onze planeet is voor 3/4 met water bedekt. De totale hoeveelheid blijft constant. Deze is verdeeld in zeewater, neerslag, ijs en grondwater. Het meeste grondwater is oorspronkelijk als neerslag een deel van de waterkringloop geweest.
Geleidelijk sijpelt het door zand- en grindlagen langs hard gesteente. Poreus gesteente zuigt een deel daarvan op, en op een bepaald moment komt het water op een klei- of gesteentelaag die volledig ondoorlatend is.
Hier verzamelt het zich als onderaardse zee, ook wel aquifer genaamd. De waterspiegel loopt niet recht, maar ongeveer net als de lijnen van het erboven liggende land.
Het water zoekt nu hellingafwaarts een weg naar de zee, die vaak vele kilometers ver verwijderd is.
Aquifers verzamelen hun water in een lange periode van duizenden jaren. Vooral in woestijngebieden zijn ze van levensbelang.
In de Verenigde Staten voorziet de grote Ogallala-aquifer enkele miljoenen mensen van water. Deze aquifer is meer dan 400.000 vierkante kilometer groot en voedt 150.000 bronnen.
Het daar heersende droge klimaat verhindert echter, dat de Ogallala-aquifer weer aangevuld wordt.