Een pup erbij
Stel: u heeft bedacht er een puppy bij te nemen. Het langverwachte moment is aangebroken en het diertje mag met u mee naar huis. Natuurlijk vindt het hele gezin het hondje schattig en ontfermt zich er vol liefde over. Maar uw volwassen viervoeter bekijkt de situatie vanuit een totaal ander gezichtspunt: hij heeft ineens als volwassene de plicht dat hummeltje te leren hoe de omgangsregels in de wereld van honden eruit zien. En die zijn nogal anders dan wij mensen vaak denken. Om te beginnen vraagt uw volwassen hond respect. Hij wenst bijvoorbeeld niet te worden gestoord als hij slaapt en zijn speeltjes zijn alleen van hem. Het is zelfs heel goed mogelijk dat hij vindt dat de speeltjes voor de pup ook van hem zijn. Is de puppy nogal overmoedig en valt het de volwassen hond voortdurend lastig, dan zal de volwassen hond van zich af snauwen. Hij kan de lip optrekken, grommen en zelfs uitvallen. De pup schrikt, piept zachtjes en druipt af. Zo hoort dat, maar wij mensen vinden dat vaak hartstikke zielig. En gaan dan mopperen op de volwassen hond: ‘Kun je wel, tegen zo’n klein puppy. Foei, ga maar op je plaats’. En we vertroetelen de puppy. Er gebeurt daardoor echter onbedoeld iets heel vervelends: de volwassen hond raakt vreselijk gefrustreerd, want hij kan niet doen wat zijn hond-zijn hem ingeeft, waardoor de pup misbruik maakt van de gelegenheid en veel te veel praatjes krijgt. De pup wordt immers gesteund door de roedelleider?
En zo worden goedbedoeld de onderlinge sociale regels en de rangen en standen tussen honden verstoord. De kans op totale verwarring door alle onduidelijkheid is gigantisch. De volwassen hond moet steeds meer op zijn strepen gaan staan om zijn gelijk te halen -en gelijk heeft ie!- en de pup denkt dat hij zich gerust van alles kan permitteren: het baasje staat immers pal achter hem?
Toekomstige vechtpartijen zullen zo schering en inslag worden, in plaats van de innige vriendschap die natuurlijk de bedoeling was.
In de natuur regelen honden de onderlinge rangen en standen allemaal prima zelf. Vechtpartijen binnen een roedel zijn zelfs hoogst zeldzaam, want vechten is alleen maar verspilling van energie. Bovendien hebben honden elkaar veel te hard nodig om samen te werken en te overleven. Honden kunnen het dus prima zelf regelen. Een makkelijk criterium is om te kijken of de pup echt bang wordt voor de volwassen hond. Meestal schrikt een pup even (bijvoorbeeld tijdens een stoeispelletje dat de volwassen hond ineens afbreekt door wat harder te grommen of te bijten), druipt af, herstelt zich weer snel en gaat gewoon weer naar de volwassen hond toe. Dan was er niets aan de hand! Pup en volwassen hond spreken heel gewoon de hondentaal.
Het is ook mogelijk dat u een nogal dominante puppy in huis heeft gehaald en dat uw volwassen hond een nogal onderdanige aanleg heeft. Misschien laat hij zich wel volledig ringeloren door de pup. Maar ook dat moet u ze dan zelf laten uitdokteren, honden regelen dat soort zaken uitstekend zelf. In zo’n geval zal de pup vermoedelijk opgroeien tot de baas van de twee en ook dat is prima. Juist als u zich er wel mee bemoeit, wordt het voor honden allemaal erg ingewikkeld. Dus laat ze het zelf regelen, al draait uw hart om.