Eekhoornachtigen

Eekhoornachtigen zijn knaagdieren. Met uitzondering van Australië komen ze overal op aarde voor.
Het Griekse woord voor eekhoornachtige (Sciurus) betekent “hij, die zichzelf schaduw geeft met zijn staart “.

De familie der eekhoornachtigen omvat ongeveer 380 soorten. Deze worden onderverdeeld in grondeekhoorns, eekhoorns en vliegende eekhoorns.

Grondeekhoorns hebben meestal een eekhoornachtig of hamsterachtig uiterlijk. Het zijn sociale dieren, die in grote groepen bij elkaar leven. Tot de vele verschillende soorten behoren ook de veel grotere marmotten. Deze hebben een gedrongen lichaamsbouw en er komen verschillende soorten voor in Noord-Amerika, Azië, de Karpaten en de Alpen. Ook de prairiehonden in Noord-Amerika behoren tot de grondeekhoorns. De prairiehonden leven daar in reusachtige kolonies.

De boomeekhoorn is met meer dan 200 soorten in grote delen van Azië, Europa, Afrika, Noord- en Zuid-Amerika vertegenwoordigd. Deze dieren kunnen heel goed klimmen. Als boombewoners leven ze in boomholten, ze kunnen zich ook een nest van mos en kleine takjes bouwen. In de koudere en in de gematigde streken leggen ze grote voorraden noten, dennenappels aan voor het koude jaargetijde.

De dieren slapen gedurende het grootste deel van de winter. Soms worden ze wakker om wat van hun voorraad te eten. Een typische eekhoorn is de bij ons voorkomende eekhoorn.

De vliegende eekhoorn komt voor in Azië, Noord-Amerika, Scandinavië en Siberië. Het bijzondere aan vliegende eekhoorns is de vlieghuid tussen de voor- en achterpoten. Deze spreiden ze tijdens het zweven uit.