Positie en structuur van de aarde
Van de zon uit gezien is de aarde de derde planeet. Tussen Venus en Mars gelegen draait ze samen met de maan om de zon. De aarde behoort tot de planeten in het zonnestelsel, die voornamelijk uit gesteente en metalen bestaan. Ze bestaat uit drie hoofdlagen: korst, mantel en kern.
Over het binnenste van de aarde is relatief weinig bekend. Men vermoedt, dat de vaste binnenste kern, die uit nikkel en ijzer bestaat, temperaturen tot ca. 4.000 °C bereikt.
Bij deze temperaturen zouden deze metalen eigenlijk vloeibaar moeten zijn, maar doordat de druk zo hoog is houden ze hun vaste vorm. De diameter van de binnenste kern wordt geschat op 2.400 kilometer.
Aansluitend volgt een buitenste kern van 2.000 kilometer dikte met iets lagere temperaturen. Het is de enige vloeibare laag in het binnenste van de aarde, en bestaat eveneens uit ijzer en nikkel.
Door de bewegingen van het hete gesteente wordt het magnetisch veld van de aarde veroorzaakt.
De nu volgende grens tussen de buitenste kern en de aardmantel noemt men de discontinuïteit van Gutenberg. De omliggende mantel is ca. 2.800 km dik, en vormt de hoofdmassa van de aarde. Hij bestaat voor het grootste deel uit heet, vast silicaat.
De scherpe grens tussen de aardmantel en de aardkorst noemt men de Mohorovicic discontinuïteit (kortweg: Moho). Deze werd zo genoemd, omdat Andrija Mohorovicic in 1909 tijdens analyses van aardbevingsgolven ontdekte, dat zich hier een abrupte wijziging in de materiaalsamenstelling van het binnenste van de aarde moest bevinden.
De aardkorst, die aan de buitenkant rond de aarde ligt, is in vergelijking met de straal zeer gering. Onder de oceanen varieert de korstdikte slechts tussen de 5 en 11 km, onder de continenten bereikt ze een dikte van 100 km.
De continentale korst is erg afwisselend. Ze bevat gesteente, dat tot 3,8 miljoen jaren oud is. Door verwering, vervorming, opstuwing en daling heeft zich een zeer gevarieerde structuur gevormd. Het oppervlak wordt vaak gevormd door sedimenten en vulkanisch gesteente.
Daaronder liggen geplooide, metamorfe sedimentlagen, evenals graniet en lagen kristallijne gesteenten, gevormd door chemische reacties, die voortdurend nieuwe mineralen doen ontstaan.
De korst onder de oceaan is relatief eenvoudig opgebouwd: licht verharde sedimenten, doorspekt met organische bestanddelen, bedekken de zeebodem. Deze lagen zijn tot 3 km dik. Daaronder ligt hard gesteente, vooral basalt.
Die lagen hebben een gemiddelde dikte van 1,5 km. Een derde daaronder liggende laag is nog niet voldoende onderzocht, omdat diepteboringen hier nog niet mogelijk waren. In deze lagen steken geweldige magmakegels omhoog, die vanuit de mantel komen. Hier ontstaat bij het ontsnappen van hete magma nieuwe aardkorst.
De aardoppervlakte bestaat uit meerdere zgn. tektonische platen. Deze worden gevormd uit de aardkorst en de buitenste honderd kilometer van de aardmantel, en worden lithosfeer (Gr.: wereld van de gesteenten) genoemd.
Ze bewegen zich boven de asthenosfeer (Gr.: zacht gesteente), een hetere en wekere laag binnen de aardmantel. Afhankelijk van of en waar twee tektonische platen uit elkaar drijven of op elkaar botsen, vormen zich bijvoorbeeld plooiingen, die gebergten doen ontstaan of oceanische ruggen, waaruit magma vloeit voor de vorming van aardkorst.
De aarde is dus aan voortdurende verandering onderhevig, omdat op talrijke plaatsen nieuwe aardkorst wordt gevormd, in zgn. subductiezones echter ook weer oceanische korst in de aardmantel wegzakt, waar ze in de diepte smelt, en weer in de kringloop van de gesteenten wordt opgenomen. Deze omvormingen kunnen natuurlijk nog vele miljoenen jaren doorgaan.
Ook veranderingen waaraan de mens debet is, hebben invloed op het leven op aarde. De geleidelijke temperatuurstijging op aarde (broeikaseffect), het ozongat en de zure regen geven ons wat dat betreft genoeg stof tot nadenken.