Eb en vloed

Aangezien alle oceanen met elkaar verbonden zijn, is de zeespiegel overal op aarde even hoog. Meren of binnenzeeën kunnen hoger of lager dan de zeespiegel liggen, zoals bijvoorbeeld de Dode Zee.

De getijden veroorzaken veranderingen in de zeespiegel.

De getijden komen voort uit de aantrekkingskracht van zon en maan in samenhang met de middelpuntvliedende krachten, die ontstaan uit de rotatiebewegingen van aarde en maan.

Door de aantrekkingskracht van de maan en de centrifugale kracht van de rotaties van aarde en maan ontstaan op beide zijden van de aarde vloedgolven.
Eb en vloed volgen een cyclus van 28 dagen.

De sterkste werking (hoogste vloedstand – laagste ebstand ) ontstaat, wanneer zon, maan en aarde op één lijn staan.

Wanneer zon en maan in een rechte hoek ten opzichte van elkaar staan, zijn de krachten minder effectief: er ontstaat dood tij.

Omdat een dag op de maan 50 minuten langer duurt dan de op aarde, verschuiven de getijden dagelijks.

De aantrekkingskracht van de zon bereikt op de aarde ongeveer de helft van wat de aantrekkingskracht van de maan op aarde bereikt. Deze aantrekkingskrachten hebben niet alleen invloed op eb en vloed, maar laten ook de aardkorst stijgen en dalen tot 60 cm.

Het op open zee gewoonlijk slechts geringe verschil tussen eb en vloed wordt groter, wanneer de watermassa’s bijvoorbeeld door zee-engten geduwd worden.

In de Middellandse Zee zijn er nauwelijks merkbare getijverschillen, omdat het een door landmassa’s omsloten water is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan:

Onderdeel van Informatie Over