Dag en nacht
Een dag is de tijd tussen de opgang en de ondergang van de zon.
Alleen op de evenaar zijn dag en nacht even lang (elk 12 uur).
In de gematigde zones van de aarde zijn ze alleen tijdens de dag- en nachtevening even lang. ( begin van de lente en de herfst).
Wanneer men dichter bij de noord- of zuidpool komt, worden de verschillen in lengte tussen dag en nacht steeds groter.
Op de polen zelf is het in het zomerse halfjaar dag en in het winterse halfjaar nacht.
Dag en nacht ontstaan doordat de aarde om haar as draait.
De naar de zon toegekeerde zijde is de dagzijde, de van de zon afgekeerde zijde is de nachtzijde.
Wetenschappers hebben overigens ontdekt, dat 400 miljoen jaar geleden een jaar uit 400 dagen bestond. De reden daarvoor ligt in de snellere rotatie van de aarde in die tijd, die de dagen en nachten korter maakte.