Familie kat

De familie van de katten behoort tot de orde van de roofdieren. Deze familie omvat soorten als onze huiskat, de leeuw, de tijger en de poema.

Ze hebben allemaal dezelfde grondvorm. Wezenlijke kenmerken zijn het krachtige en toch gracieuze lichaam, de ronde kop, de iets hogere benen met de sterke poten, de lange staart en de zachte vacht.

Hun gebit is krachtig. Opvallend zijn de grote, gebogen hoek- of scheurkiezen. Daarnaast beschikken ze ook over kleine snijtanden en spitse kauwkiezen, die in elkaar grijpen.

Voor de aanval en de verdediging zijn vooral de klauwen belangrijke werktuigen.

De kat is een teenganger, dat wil zeggen dat de kat tijdens het lopen de grond alleen met de tenen aanraakt. Deze hebben fluwelige, zachte kussentjes. De klauwen raken bij het lopen de grond niet, maar worden in de huidplooien teruggetrokken. Hierdoor kunnen katten een prooi geruisloos besluipen. De meeste kattensoorten kunnen zwemmen, maar ze doen dit alleen in noodgevallen.

Katten hebben een goed oren en ogen. Zelfs op grote afstanden horen ze een dier lopen en ritselen, lang voordat ze de prooi zien. De kat kan niet ver zien maar hij kan dichtbij goed zien. Overdag trekt de pupil zich samen tot een smal streepje. In het donker, wanneer wij allang niets meer kunnen zien, worden de pupillen van de kat zeer groot. Zo kan er veel van het zwakke licht van de schemering naar binnen vallen. Door een spiegelende laag achter het netvlies wordt de werking van het licht versterkt. Hierdoor lichten de kattenogen in het donker op.

Wanneer het volledig donker is, vinden katten hun weg met behulp van hun snorharen, die met tastzenuwen zijn uitgerust. Zo wordt elke hindernis op tijd opgemerkt.

Katachtigen voeden zich, afhankelijk van de soort, met vogels, amfibieën en vissen. Grotere soorten zoals het jachtluipaard en de leeuw prefereren schapen, runderen en antilopen.

De vrouwtjes werpen gewoonlijk maximaal zes jongen. De moeder verzorgt de jongen. Zij verdedigt ook de jongen tegen vijandelijke bezoekers. De vader bekommert zich slechts af en toe om zijn nageslacht.

Op een speelse manier leren de jongen hoe ze zich in verschillende situaties moeten gedragen tot ze uiteindelijk ook zelf mee op jacht mogen. Wanneer ze zelfstandig zijn verlaten ze de moeder en gaan ze alleen op pad.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan:

Onderdeel van Informatie Over