Is daar iemand?

Er bestaat nauwelijks een groter twistpunt, dan de vraag, of er buitenaards leven is of niet. Al in 400 v. Chr. schreef Metrodorus van Chios over dit thema: ”Aan te nemen, dat de aarde de enige bewoonde planeet in het heelal is, is even absurd als de voorstelling, dat er op een akker maar één zaadkorrel ontkiemt“.
Bij een dergelijk onvoorstelbaar groot aantal sterren is deze stelling volkomen begrijpelijk. Om leven te kunnen voortbrengen, moet op de desbetreffende planeet echter aan een heel aantal voorwaarden worden voldaan.
De rotatiesnelheid mag niet te hoog of te laag zijn. De planeet moet groot genoeg zijn, om een atmosfeer te kunnen vasthouden. Water is onontbeerlijk. Verder is de juiste afstand tot de zon van belang. De temperatuur mag niet voortdurend boven het kook- of onder het vriespunt liggen.
In ons zonnestelsel zijn de naaste buren Venus en Mars al resp. te heet of te koud. De harmonische verhouding van de elementen op de betreffende planeet is eveneens doorslaggevend. En aan de bijbehorende ster worden ook eisen gesteld.
De ouderdom, de sterkte, de massa en de hoeveelheid van de uitgestraalde energie zijn punten, die het ontstaan van leven slechts in beperkte mate kunnen beïnvloeden.

Sterren in dubbel- of meervoudige systemen vallen eveneens af, net als sterren, die onregelmatig stralen. Deze opsomming is natuurlijk niet volledig. Men weet in werkelijkheid nog helemaal niet precies, aan hoeveel criteria moet zijn voldaan.

Volgens een theoretisch rekenvoorbeeld van Prof. V. Ditfurth blijven alleen in het Melkwegstelsel al twaalf miljard mogelijkheden over. Hij geeft echter wel te bedenken, dat zelfs deze enorme keus nog te weinig kan zijn. Hoe zou het zijn, als er bijv. aan 35 basisvoorwaarden moet zijn voldaan om leven mogelijk te maken?

Een statistisch denkspel is hierop Ditfurths antwoord: Als op elk van de twaalf miljard in aanmerking komende planeten een speler zou zitten, die ononderbroken zou dobbelen, dan zou het na zes miljard jaar precies één van hen zijn gelukt om 35 maal achter elkaar een 6 te gooien!

Zelfs als er in het heelal andere plaatsen zijn, waar leven ontstaan is, dan zullen wij dat mogelijk nooit te weten komen.
Om de ongelooflijke afstanden in het heelal te kunnen overbruggen, zou men al natuurwetenschappelijke grenzen moeten overschrijden. Het blijft een feit, dat materie zich niet met een hogere snelheid dan het licht kan voortbewegen. Desondanks zoekt men binnen de wetenschap naar buitenaards leven.

Met de ruimtesonde Pioneer 10 werd in 1972 een kosmische flessenpost verstuurd. Hierin bevindt zich een plaat, waarop ons zonnestelsel staat afgebeeld in de positie, die het inneemt in het galactisch stelsel. Als ET de sonde op een dag vindt, zullen we echter nog tig miljoen jaren op antwoord moeten wachten.

Met behulp van de radioastronomie wordt het firmament systematisch afgezocht naar signalen. En van de aarde uit werd in 1974 een drie minuten durend radiosignaal in de richting van een bolvormige sterrenhoop in het sterrenbeeld Hercules gezonden. De onbekende ontvanger zal het bericht echter pas over 20.000 jaar ontvangen.

We moeten tot de slotsom komen, dat buitenaards leven misschien wel mogelijk is, maar dat een contact zeer twijfelachtig lijkt.

In dit verband mag een beroemd geworden graffiti niet ongenoemd blijven.
Een Amerikaanse student had op de muur van zijn universiteit geschreven: “Bestaat er intelligent leven op aarde?“ Kort daarop had een onbekende eraan toegevoegd: ”Ja, maar ik ben hier alleen op bezoek“.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan:

Onderdeel van Informatie Over