Afbraak en opbouw

Hevige stormen veranderen het aanzien van een strand weliswaar snel, maar de voortdurende inwerking van golven, die dag en nacht doorgaat, heeft blijvende gevolgen. Daarbij spelen de richting van de golven, hun lengte en hoogte een beslissende rol.

Golven worden gevormd door de wind. Ze bewegen zich als deining voort over de zeeën. Daarbij verliezen ze langzaam aan kracht, tot ze het kustwater bereiken en op de oever breken.Het profiel van de oever bepaalt de werking van de golven op de vorm van het strand.

Wanneer golven met een grote golflengte (golflengte = horizontale afstand tussen twee golftoppen of golfdalen) op een vlakke oever breken, verliezen ze geleidelijk hun energie en sijpelen weg in het zand. Het ontstane zog kan slechts weinig materiaal van het strand meevoeren bij het terugtrekken, en werkt eerder strandopbouwend.

Golven met korte golflengten komen voor aan steile oevers. Ze veroorzaken sterkere erosie en ook het zog, dat zich vormt is sterker, zodat meer zand weggevoerd wordt.
De stranden, die door korte golven ontstaan, zijn meestal steil. De door lange golven ontstane stranden zijn eerder vlak.

Steile kusten (kliffen) verplaatsen zich landinwaarts.

Wanneer de branding tegen deze kusten botst, worden zand en kleine stukjes steen opgelost, en met de volgende golven weer tegen de kust aan geslingerd.

Zo ontstaan mede door vorstbarsten en chemische inwerkingen nissen, zoals men op Helgoland kan zien.

Minder vast materiaal zet zich af als puin aan de voet van het klif.

Dikwijls breekt ook van boven materiaal af, dat door de branding weggevoerd wordt.
Wanneer de stenige kust zover door de branding is teruggebracht, dat de kust alleen nog bij hoogwater wordt bereikt, wordt het een eindklif, een dode steile kust.

Aan vlakke kusten werkt de zee over het geheel genomen slechts licht afbrekend.

Wanneer door tektonische processen een vlakke kust zou wegzinken, dan zouden bij stormvloeden grote delen van het land kunnen overstromen of worden weggerukt. Op deze wijze is de Duits-Nederlandse kust ontstaan. Hier heeft de mens zelf echter ook toe bijgedragen door de grote veenafgravingen in het achterland en het daarmee in verband staande wegzinken van land.

Om de kuststreken te behouden zijn er verschillende maatregelen mogelijk. Steile kusten, waar sterke golven direct tegen het klif botsen, zijn moeilijk te beschermen. Vroeger bevestigde men ijzeren palen in de platte zeebodem, om de kracht van de golven te remmen. Deze hadden wegens de inwerking van zout en het fijne kustzand slechts een korte levensduur.

Tegenwoordig legt men stenen dammen aan, die, loodrecht op de kustlijn, de zee ingaan.
Deze dammen remmen de kuststroming, er wordt gesteentemateriaal afgezet en de van het klif afvallende brokken steen worden niet weggevoerd.

Ook worden er met zand gevulde kunststofzakken in zee afgezonken om de afvoer van zand te verhinderen. Het kunststofmateriaal wordt beschermd door algen, die zich daar al snel vestigen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan:

Onderdeel van Informatie Over