Familie nijlpaard
In de waterrijke gebieden van Midden-Afrika leeft het nijlpaard. Zijn enorme lichaam, dat ongeveer 4 meter lang is, weegt maximaal 3000 kilo.
Het plompe, bijna vierkante lichaam en de machtige schedel vormen de belangrijkste kenmerken van het nijlpaard. De ogen en oren zijn klein, de neusgaten daarentegen groot en spleetvormig.
Het nijlpaard heeft een enorme bek met bijzonder grote hoektanden. Deze slagtanden kunnen maximaal 70 cm lang worden en ze kunnen een gewicht van 4 kilo bereiken. Door zijn muil wijd open te sperren en een angstaanjagend gebrul uit te stoten, kan hij zijn rivalen angst aanjagen.
Wanneer nijlpaarden om de leiding van een groep of om de beste plaats aan de oever vechten, stormen ze op elkaar af en slaan ze met zijwaartse bewegingen van hun kop de slagtanden bij elkaar in het lichaam.
Nijlpaarden leven in groepen van ongeveer 15 dieren, die door een mannetje worden aangevoerd.
Nijlpaarden kunnen goed zwemmen. Aan hun korte dikke poten hebben ze voeten, de tenen zijn door zwemvliezen met elkaar verbonden. Een groot deel van de dag brengen ze in het water door. Hier duiken ze ook naar waterplanten. Ze kunnen tot 6 minuten onder water blijven. Wanneer het dier wil ademen, hoeft het alleen de kop een beetje uit het water op te heffen. De neusgaten, de ogen en de oren liggen hoog op een plat vlak.
Behalve met waterplanten voedt het nijlpaard zich ook met grassen en vruchten, die hij op het land vindt.
De jonge nijlpaarden worden in het water geboren. Hier vindt ook de paring plaats. Na een draagtijd van 230 tot 240 dagen komt het jong in ondiep water ter wereld. Het wordt ongeveer een jaar lang gezoogd.
Wanneer nijlpaarden op de oever liggen te rusten of te zonnen komen er kleine, op spreeuwen lijkende, ossenpikkers en koereigers op hen zitten. Zij ontdoen de bijna onbehaarde huid van bloedzuigers, teken etc.