Structuur van de aarde

Nog maar 150 jaar geleden liepen de meningen van de geologen ver uiteen, wat betreft de samenstelling van het binnenste van de aarde. Zo geloofde een deel van de onderzoekers, dat het binnenste van de aarde bestond uit een gloeiende gasbol.
Een andere groep was van mening, dat de aarde uit meerdere lagen bestond, die weer uit verschillende materie samengesteld waren.
Zo probeerde men door het verzamelen en onderzoeken van gesteente uit verschillende gebieden verklaringen te vinden voor de veranderingen van de aardoppervlakte.
Al in 1835 maakte de geoloog Sir Henry de la Beche (1796-1855) een eerste geologische kaart van Groot-Brittannië.
Ook tegenwoordig zijn er nauwelijks aanwijzingen voor de exacte samenstelling van het binnenste van de aarde, omdat men tot nu toe nog niet dieper heeft kunnen boren dan 15 kilometer. Desalniettemin verraden de metingen van aardbevingsgolven ons wel iets over de afzonderlijke aardlagen.

Aardbevingsgolven worden in de diepte gereflecteerd op plaatsen, waar de samenstelling van het gesteente verandert, en op de overgangen van de korst naar de mantel en van de mantel naar de kern.

De stralen keren dan naar het aardoppervlak terug, waar ze door seismografen geregistreerd worden.

Snelheid en reflectiediepte van de golven geven informatie over het binnenste van de aarde.

Zo weet men tegenwoordig dat de aarde door een aardkorst omgeven is, die uit relatief licht gesteente bestaat.

Daaronder bevindt zich de aardmantel, die aan de buitenkant uit vast gesteente bestaat en naar binnen toe vloeibaar wordt.
Daarop sluit de kern van de aarde aan. Men onderscheidt de buitenste en de binnenste kern. Beide bestaan vermoedelijk voor een groot gedeelte uit ijzer, waarbij de binnenste kern waarschijnlijk temperaturen bereikt, die gelijk zijn aan die op de oppervlakte van de zon.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan:

Onderdeel van Informatie Over