Melkwegstelsel

Een andere benaming voor ons Melkwegstelsel is galactisch stelsel. Alles wat buiten ons galactisch stelsel ligt, wordt extragalactisch genoemd. Galactisch – het woord komt uit het Grieks. ”Gala“ staat voor ”melk“ en “kyklos” betekent “cirkel”.

Uit de Griekse mythologie komt ook de vroegste verklaring voor het ontstaan van de melkweg. Het zou een gevolg zijn van het feit, dat de godin Hera Heraldes de borst gaf. De melk, die er langsliep, was vanaf dat moment aan het firmament te zien.

Vermoedelijk is het niet helemaal zo gegaan. De gasvormige materie, die na de oerknal ontstaan was, verdichtte zich tot sterren en sterrenstelsels.
Het Melkwegstelsel is een spiraalvormig stelsel. Van boven gezien zou het de vorm hebben van een vuurrad. Het zijaanzicht zou lijken op een schijf met een bolvormige verdikking in het midden. De afmeting van het Melkwegstelsel is 100.000 lichtjaren. Aan de randen, de spiraalarmen, is ze 3.000, en in het midden meer dan 15.000 lichtjaren breed.

De sfeer van het Melkwegstelsel is de halo. Hierin bevinden zich, ver uiteen liggend, de bolvormige sterrenhopen. Het centrum van het Melkwegstelsel is moeilijk te observeren. Interstellaire materie verhindert een blik op de kern; zelfs met de sterkste telescoop kan men niets waarnemen.

Wetenschappelijk onderzoek wordt daardoor moeilijk, maar niet onmogelijk. In de radioastronomie zijn metingen zeer wel mogelijk. De diameter van de kern bedraagt 3.250 lichtjaren. Hij bestaat voornamelijk uit rode reuzen. Midden in de kern werd een bepaald punt als grootste bron van radiostraling vastgesteld, dat de naam Sagittarius A kreeg, (afgeleid van “Sagittarius” / boogschutter).

Ook heeft men nog geen uitsluitsel over de vraag of het centrum van het Melkwegstelsel een zwart gat is, of dat zich daar een snel roterende reuzenster met veel massa bevindt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan:

Onderdeel van Informatie Over