Planetaire nevel
De benaming “planetaire nevel” is misleidend. De slechte zichtbaarheid doet denken aan planeten. In feite gaat het echter om het omhulsel van een verouderende ster.
Ca. 1000 van deze planetaire nevels zijn tot nu toe in ons Melkwegstelsel ontdekt. Hun levensduur ligt bij maximaal 50.000 jaar.
Als een ster zijn einde nadert, ontwikkelt hij zich tot een rode reus. Een sterke sterrenwind blaast de buitenste lagen weg.
De ster verdicht zich en de hitte die daarbij ontstaat, heeft een zo sterke straling, dat de weggeblazen omhulsels worden verlicht.
De planetaire nevel dijt uit, en kan een doorsnee van enkele lichtjaren bereiken. De kracht van de stervende zon neemt geleidelijk af, en de nevel verbleekt.
Na enige tienduizenden jaren is er een nog maar amper waarneembaar gasomhulsel over. De ster zelf ontwikkelt zich tot een witte dwerg. Het omhulsel is weer tot interstellaire materie geworden, waaruit zich, bij voldoende hoeveelheid, weer sterren kunnen vormen.