Het jachtinstinct van uw hond
Buiten de diepe behoefte om alles met hun mond te onderzoeken, hebben pups nóg een reden om overal op te kauwen: het wisselen van tanden en kiezen. Kauwen lijkt de pijn wat te verzachten en daarom kauwen pups graag op van alles en nog wat. Pups wisselen vrij constant, vanaf een week of drie tot aan een maand of vijf-zes. Een lange periode, waarin er behoorlijk wat schade aan uw meubels en andere voorwerpen kan ontstaan.
Pups en jonge, opgroeiende honden oefenen hun jachtinstinct op alles wat beweegt. In de vrije natuur jagen ze elkaar achterna. En vlinders of vogels, of reptielen. Alles wat beweegt en niet op hen afkomt, is een prooi. Alles wat snel beweegt, moet nagejaagd worden. Maar wat valt er bij ons nu eigenlijk te beleven? Niets anders dan wapperend wasgoed aan de lijn, wapperende wijde broekspijpen of jaspanden.
En wat dacht u van rondrennende, schreeuwende kinderen? Die zijn als alternatief voor een vluchtend konijn zo gek nog niet. En een ongeduldig wiebelend been? Ook best inspirerend voor een pup die niets anders heeft in onze mensenwereld om zijn jachtkwaliteiten op te oefenen!
Een onderdeel van de jacht is aanvallen en bijten. Niet vreemd dat een klein kind in snikken uitbarst als dat kleine wolbaaltje het achtervolgt en met een wilde sprong te pakken neemt. Omgekeerd, kunt u zich voorstellen dat trekken aan de staart of vallen over de hond kan leiden tot een bijtreactie van de hond? Als pups elkaar bijten of in elkaars staart hangen -wat op zich natuurlijk een enig spelletje is- en dat gaat te hard, dan kermen ze om aan te geven dat het pijn doet, en soms bijten ze terug. Dat is volstrekt normaal. Maar als een jonge hond ons kind bijt omdat het de hond per ongeluk of uit onwetendheid pijn doet, noemen we hem vals. En inderdaad kan de omgang met kinderen op den duur leiden tot agressief gedrag als die omgang gebaseerd is op onbegrip, pijn en plagen.
Voorkomen is beter dan genezen. Hoe minder u op uw pup of opgroeiende hond hoeft te mopperen of hem iets hoeft te verbieden, des te beter. Met een beetje begrip voor hoe de wereld van een pup werkt en met wat moeite, kunt u heel veel problemen voorkomen. De pup leeft noodgedwongen in onze mensenwereld, we zullen er dan ook voor moeten zorgen dat hij zijn natuurlijke behoeften verantwoord kan uitleven. Want alleen maar onderdrukken van die behoeften leidt tot helemaal niets, behalve tot stress.
- zorg voor afleiding en speeltjes die de behoefte tot kauwen bevredigen. Door gek te doen en te jubelen en er voor te zorgen dat u bij het pakken van de speeltjes net iets sneller bent dan de pup, is het heel makkelijk om hem te laten merken dat die speeltjes belangrijk zijn om te hebben. Zo maakt u de pup gehecht aan zijn eigen speelgoed en lopen uw meubilair en kledingstukken minder gevaar.
- bijt de pup te hard, roep dan hard ‘au’ en kijk hem strak aan. Pups leren van elkaar op dezelfde manier dat ze te hard bijten. Ze weten helemaal nog niet wat hard of zacht is en de reden waarom ze zulke vlijmscherpe tandjes hebben waar ze in feite niets aan hebben, is waarschijnlijk alleen maar om zo snel mogelijk te leren hoe hard ze mogen bijten. Het kermen van een ‘slachtoffer’ maakt ze dat heel vlug duidelijk.
Straf de pup niet als hij te hard bijt, want dat kan bij een dominante puppy agressie uitlokken en een bange puppy wordt alleen maar onzeker en kan op den duur angstagressie gaan vertonen.
- leer de pup om eten zachtjes aan te nemen door hem uw gesloten vuist voor te houden en vervolgens uw hand te openen om hem het lekkers te geven. Bijt hij te hard, sluit dan uw vuist weer: ‘Helaas, zulk gedrag levert je niets op’. De pup zal al snel begrijpen wat u bedoelt. Voer hem desnoods de hele maaltijd op die manier. Dan leert hij niet alleen dat zachtjes aanpakken veel meer oplevert dan snel weggrissen, maar zo leert hij meteen ook dat hij afhankelijk van u is. Daardoor zal hij zorgvuldiger met u omgaan.
- zorg ervoor dat spullen die onweerstaanbaar aantrekkelijk blijken, buiten zijn bereik staan. Ooit zullen ze hun aantrekkingskracht op de pup verliezen en kunt u ze weer op hun plaats zetten.
- heeft uw pup er groot plezier in om uw veters uit uw schoenen te trekken of in uw wapperende kleding te hangen, leid hem dan af door zijn bal of ander speeltje weg te gooien. Geef hem een aantrekkelijk alternatief.
- zorg ervoor dat kinderen zich rustig houden als de pup in de buurt is. Rennen en wilde bewegingen maken een pup óf bang, óf inspireren hem tot wilde bijtspelletjes. En beide emoties zijn ongewenst als reactie op kinderen.
- geef de pup aandacht als hij rustig is en juist niet als hij opgewonden is. Anders biedt zijn opgewonden gedoe voor u het weet zoveel voordelen, dat hij die stemming als heel succesvol voelt, waardoor u een overactieve hond creëert.
- leer de pup normale gehoorzaamheid door hem oefeningetjes als ‘Zit’ en ‘Op je plaats’ bij te brengen. Daardoor kunt u rust in het hondje brengen. Juist als hij nog heel jong is -tussen de acht en twaalf weken- zijn z’n hersentjes helemaal ingesteld op leren hoe de wereld in elkaar zit. Maak daar gebruik van. Natuurlijk kunt u een oudere hond nog heel veel leren, maar het gaat dan allemaal wat minder makkelijk. Het is niet voor niets dat wij al jong naar school gaan en juist in onze jeugd moeten leren. Later lukt het ook, maar dan kost het meer leerinspanning.