Theropoda
De theropoden behoorden tot de sauriërs met een hagedisbekken (Saurischiërs). Gewoonlijk waren het tweevoeters en carnivoren (vleeseters). Ze kunnen op hun beurt weer in twee infraordes onderverdeeld worden:
1. Coelurosauria (sauriërs met holle beenderen). Het gaat hier om kleine, lichtgebouwde sauriërs. Ze danken hun naam aan de dunwandige, holle beenderen, waaruit het grootste deel van hun skelet bestaat.
2. Carnosauria (‘vleeshagedissen’). Hiertoe behoren de grote, zwaargebouwde roofsauriërs en de middelgrote carnivoren.
De coelurosauriërs bestaan uit meerdere families. Een van de oudste ervan is de familie van de Podokesauridae, die van het late Trias tot de vroege Jura leefden. Ze leken nog erg op hun directe voorvaderen, de thecodonten, waaruit tenslotte ook de dinosauriërs, de vliegende sauriërs en de krokodillen ontstonden.
Net als de familie van de Coeluridae waren het behendige, actieve rovers, die hun slanke lichaam op twee poten voortbewogen. Lange voorpoten grepen ze hun prooi. Een zijtak van de coelurosauriërs is de familie van de Ornithomimidae. Deze struisvogelachtige dieren (gemiddelde lengte 3 m) waren tandeloze hardlopers met lange poten. Een van hen was de Gallimimus. Hij was met 4 meter de grootste van zijn familie.
Bijzonder wilde rovers moeten de dromaeosauriërs geweest zijn. Deze leefden alleen in het Krijt in Noord-Amerika en Azië.
Ze hadden weliswaar de lichte lichaamsbouw van de coelurosauriërs, maar de zware schedel van de carnosauriërs. Tot deze groep behoorde bijvoorbeeld de Deinonychos.
De Carnosauria waren meestal geweldige dieren met zware skeletten. Hiertoe behoorden ettelijke families. De grootste carnivoren van de Boven-Jura waren de Allosauridae, die alleen nog overtroffen werden door de Tyrannosaurus in het Krijt.
De grootste allosauriër was degene, die deze familie zijn naam gaf, n.l. de Allosaurus, met een lengte van 12 meter.
Iets eerder, vanaf de Onder-Jura, bestond de familie van de Megalosauridae.
talrijke, scherpe tanden. Tot deze familie behoorden o.a. de Dilophosaurus en de Megalosaurus.
Slechts een kleinigheid onderscheidde de Ceratosauridae van de Megalosauridae: op de snuit bevond zich een kleine hoorn of een kam. De Ceratosaurus was een vertegenwoordiger van deze familie. Waarschijnlijk hebben zich de Spinosauridae eveneens uit de Megalosauridae ontwikkeld. Zij hadden als kenmerk een zeilvormige rugkam, zoals te zien is bij de Spinosaurus.
De waarschijnlijk grootste carnosauriërs van het vasteland waren de Tyrannosaurinae. Hiertoe behoort de vermoedelijk populairste van alle dinosauriërs, de Tyrannosaurus.